Lavendel

Lavendel

Lavendels zijn verhoutende vaste planten (struikjes) uit het Middellandse Zeegebied. Vele soorten Lavendel zijn hier winterhard op een beschutte plek en behouden dan hun grijze blad. Lavendel verlangt een plek in de volle zon op een goed doorlatende grond, vooral in de winter. Lavendel heeft graag kalk in de grond. Een uitzondering hierop is Kuiflavendel (Lavandula), die wil juist een grond die aan de zure kant is. Enkele soorten Lavendel worden gebruikt voor het winnen van etherische oliën. Dat betreft vaak soorten uit de 'intermedia' of Lavandin groep.
Snoei Lavendel in april terug tot net boven de verhoutte stengels en top ze vervolgens lichtjes na de bloei. Dit zorgt ervoor dat de planten compact en stevig blijven. Als Lavendel in de loop van de jaren te slordig wordt vervang ze dan door nieuwe. Lavendel is vooral geschikt om grote vlakken mee te vullen. Ook als voorgrondbeplanting bij hoge roze rozen staan ze mooi. Plaats er dan eens Vrouwenmantel (Alchemilla) bij. Gewone lavendel trekt veel vlinders en andere insecten.

Lavendel behoort tot het botanische geslacht Lavandula.